Enter Title

Johanna

 

Johanna, een meisje van zeventien jaren

Dat was zo'n aardig ding

Zij had op het gebied van de liefde

Totaal geen ervaring

Zij was zo'n aardig meisje

Bedrijvig als een hen

Ze diende bij gegoede familie

Als meisje voor halve dagen

 

Refrein:

Johanna, Johanna

Het meisje voor halve dagen

Johanna, Johanna

Het meisje voor halve dagen

Toen is tot haar de liefde gekomen

Van heinde en van ver

Het was een arme schoenlappersjongen

Die stonk naar jenever

Hij had zijn laatste centjes

Aan borreltjes neergeteld

En eiste om zijn schuld te betalen

Het meisje al haar spaargeld

 

Toen zij hem dit niet wilde geven

Dreigde hij haar met zijn els

En stal uit het buffet der familie

De zilv'ren eetlepels

Maar toen de misdaad uitkwam

Verdacht men 't arme wicht

Met schande beladen werd zij toen ontslagen

Toch was zij onschuldig

 

Zij stak zich toen door wanhoop gedreven

Een scheermes in haar vel

En sneed zich toen totaal in twee delen

Het bloed spoot ten hemel

Daar lag zij nu in tweeën

Toch was zij maar een lijk

De minnaar kwam de stukken bekijken

En bibberde vreselijk

 

Hij kon de misdaad niet langer verhelen

Men stopte hem in het hok

En daar de galg toevallig bezet was

Stierf hij op het hakblok

En wat nu de moraal is

Al van dit schone vers

Gaat braaf en deugdzaam door het leven

Maar hoedt u voor schoenlappers