Enter Title

Faculteitenlied

(auteur: Ton Hillebrand, CSV 1933)

 

Wij zijn aan 't studeeren de mooiste wetenschap,

En leeren injiceeren met alle soort van sap,

Wij snijden gezwellen gelijk ons dagelijks brood;

De operaties lukken, maar de patiënt gaat dood. bis

Wij helpen de armen als de aarde wordt tot hel,

Doorspoelen de darmen met NaCl.

En wil dit helpen dan zeggen wij het hier:

Voor inwendig gebruik neem een haring en wat bier.

En wij zijn apothekers dat is een oeroud vak,

Daar in de pillendraaier de alchimist eens stak;

Men zocht toen vergeefs steeds de sleutel van het goud,

Eenvoudig is het, meng slechts wat water en wat zout.

Wij kunnen ook goed lezen de ergste hanenpoot,

Van een geleerde dokter het recept tegen de dood,

Wij gaan dan aan 't filtreeren, destilleeren enzoovoorts,

De meest gangbare artsenij een drankje tegen de koorts.

Als een hoek van zestig graad, op een rechthoekszijde staat,

Is de korste lijn de helft der schuine zijde;

En de andere zijde die is een 1/2V3,

Maar let op wie of de kortste is van beide.

En wij zijn juristen, studenten van het kwaad,

Dat nog steeds gepleegd wordt in onze goede staat,

Maar was er geen misdaad, 't zou treurig met ons gaan,

Want zonder misdaad kan toch geen juristendom bestaan.

Wij kennen de standaard, de standaard van het geld,

Die men wil laten vallen, doen vallen met geweld;

Wij kennen de straffen voor alles wat men doet,

Want wij zijn toch de mannen door wie het volk wordt opgevoed.

Wil ook niet vergeten de tandenpeuterschaar,

Wij lijmen gebitten en vullen de molaar;

Wij boren eerst gaten en vullen die dan weer,

Want 't boren en 't vullen juist dat strekt tot onze eer.

Wij werken met zilver, met porselein en goud,

Verknoeien een werkstuk en worden afgesnauwd;

We ontdekken in de tanden het allerkleinste hiaat,

Dan boren, slaan en klinken wij tot de kiespijn overgaat.

Ziet hier staat voor U, die aardrijkskundevent,

Die is met moeder aarde van 't begin af aan bekend.

Wij maken een landkaart en soms ook een grafiek,

Wie anders maakt in Godsnaam dan de werklozenstatistiek.

Wij zoeken fossielen en speuren die ook op,

'Gewapend met een hamer, slaan we die op hun kop.

Wij leren van spanning, van volk en van geld,

Als 't onweer komt zeggen we dat hebben we voorspeld.

We kruipen in de mijnen en reizen de wereld door,

Bestuderen de blanke, de gele en de Moor.

Bezoeken fabrieken en worden daar onthaald

Op choc en limonade, waar niets voor wordt betaald.