EIGEN HUISLIED
't Is al een tijd geleden,
Dat wij zijn ingetreden
In 't Eigen Huis.
Er werd begonnen met een feest,
Men zag er menig beest.
Er is nog bier genoeg op onze kroeg.
En onze moderator,
Dronk whisky-sodawater,
In 't Eigen Huis.
Tot hij 't bier heeft geprobeerd,
Toen heeft hij het geleerd
Er is nog bier genoeg op onze kroeg.
Zij die daar boven wonen,
En zich maar zelden tonen,
In 't Eigen Huis,
0, breng ons wat gezelligheid
In deez' studententijd.
Er is nog thee genoeg op onze kroeg.
Als straks de moffen weg zijn
Dan speel ik op mijn Bechstein
In 't Eigen Huis.
Dan zeg ik tegen Willemien,
Kom 't Eigen Huis eens zien,
Er is nog thee genoeg in onze kroeg.
En de kroeg-commissaris,
Die altijd de sigaar is
In 't Eigen Huis.
Want komt er soms een late gast,
Dien nog een biertje past:
Er is nog bier genoeg op onze kroeg.
En de college-hengsten
Vermijden wij ten strengste
In 't Eigen Huis.
Om twaalf Uur strijk en zet,
Dan moeten zij naar bed.
Er is nog bier genoeg op onze kroeg.
En de obscure leden,
Die worden steeds gemeden
In 't. Eigen Huis.
Zij hijsen biertjes in de stad
Wij zijn die kerels zat.
Er is nog bier genoeg in onze kroeg.
En de verloofde lieden,
Die moesten z'het verbieden
In 't Eigen Huis.
Wij hebben, nu nog niet verloofd.
Te trouwen eens, beloofd.
Er is nog bier genoeg in onze kroeg.
Als wij emanciperen,
Gaan we ‘t niet met melk proberen
In 't Eigen Huis.
De vrouw een kop, de man een glas
Op 't roemrijke Veritas.
Er is nog melk genoeg op onze kroeg.