1964 Smurfenlied
Kwetteren, tetteren, snetteren maar
Hier staat het smurfenjaar!
Studenten, studenten, de trots van pa en moe,
We hebben eindexamen en willen ons bekwamen,
Genieën op knieën miskend in ons talent,
Zo worden wij een grote meid
En wij een nette vent.
Nu foeten en meisjes aan eind van ons Latijn
Een grote mond vol tanden
Het zweet in onze handen
Wij zuchten en smurfen, ons hart is vol chagrijn
We weten niet wat ons nog wacht
En waar het eind zal zijn.
Ons ideaal is eens te leven in die kille maatschappij
Maar is ons dat wel gegeven, is dat echt wel iets voor mij.
Want psychisch zijn wij niet stabiel en niet goed geëpibreerd,
Geknepen mond, benepen ziel, moreel geïnfecteerd.
U bent onze zielebrekers, en alles wordt rozengeur en maneschjin
En wij worden lekenprekers, en maak ons daarom Veritijn!